Oorlogstijd 3 - Verhalen en informatie over Westkapelle

Ga naar de inhoud

Oorlogstijd 3

Oorlogstijd

De volgende ochtend kregen we een ontbijt en overlegden daarna, wat we moesten doen. Omdat we vonden, dat we niet onnodig een beroep moesten doen op de mensen bij wie we in huis waren, werd besloten dat er thuis eten en andere benodigdheden zouden worden opgehaald.
Ons gastgezin leefde erg volgens eigen inzichten. Daarom hielden ze bijvoorbeeld toen nog de zomertijd aan. Zodoende kregen we om elf uur onze tijd al weer een middagmaaltijd en vervolgens gingen mijn zuster en ik op weg terug naar Westkapelle.

Thuis aangekomen troffen we mijn vader, broer en zuster in goede welstand aan. Er was niets gebeurd en ze gingen juist eten. Toen we het een en ander om mee te nemen hadden gereedgezet, zouden we wel weer terug kunnen gaan. Het was echter erg verleidelijk om nog een beetje in de vertrouwde omgeving te blijven. Maar op aandringen van mijn vader gingen we toch maar weer. Hij bleek gelijk te hebben.

We waren nog maar een eind het dorp uit, toen het bombardement begon. Het was omstreeks half twee. Grote bommenwerpers kwamen laagvliegend, onder de laaghangende bewolking, vanuit het noordwesten en wierpen zware bommen af op en bij de dijk.
Geschrokken zochten we dekking in een droge sloot. Van daaruit zagen we hoe de vliegtuigen, als ze hun bommen hadden afgeworpen, linksom draaiden en min of meer over ons heen terugvlogen. Nog steeds vlogen ze heel laag zodat we de bemanning in de toestellen zagen zitten. Als we zwaaiden, zwaaiden ze terug.
Intussen leek het in de verte of de wereld verging. Enorme explosies wierpen massa’s puin, aarde, stof en rook op. Het was ons duidelijk, dat er zich verschrikkelijke dingen afspeelden.
Na zowat een uur hield het bombardement op, tenminste voorlopig. We kwamen uit de sloot om zo gauw mogelijk verder te vluchten. Maar toen ik op mijn fiets zou stappen, ging dat niet. Het was alsof ik helemaal verstard was. Pas toen een jongeman, die daar ook dekking had gezocht, mij een flinke tik op mijn rug gaf, kon ik weer bewegen. Maar we waren nog zo geschokt, dat we helemaal vergaten om de spullen, die we thuis hadden opgehaald, mee te nemen. Zo kwamen we weer bij ons tijdelijk tehuis aan.

Intussen ging na enige tijd het bombardement weer verder, tot ongeveer vier uur. Toen het tenslotte ophield was er enorme schade aangericht, vooral aan het gedeelte van de dijk zuidelijk van de dijkmolen tot waar de duinen begonnen. Maar ook was de woonwijk de Arke vlak daarachter van de aardbodem verdwenen en verder was er veel schade aan de rest van het dorp dicht bij de dijk. De mensen daar die gehoopt hadden in een schuilplaats veilig te zijn of die door een andere oorzaak niet tijdig konden vluchten, hadden meestal geen kans. Uiteindelijk waren er meer dan tweehonderd doden.
Maar dat wisten wij op dat ogenblik natuurlijk nog niet.

Tot onze grote opluchting zagen we na verloop van enige tijd mijn vader en mijn zuster aan komen fietsen.
Ons huis was bij het bombardement niet getroffen en ze hadden de pauze in de aanvallen aangegrepen om de vlucht te nemen. Bij zich hadden ze drie koffertjes met belangrijke documenten, sieraden en dergelijke. Toen de luchtaanval opnieuw begon, waren ze juist tot voorbij de vuurtoren gekomen en ze hadden daar dekking gezocht in een droge sloot achter het kerkhof, tot alles voorbij was.
Mijn broer was al kort vóór het bombardement begon van huis weggegaan om een tante en oom, die naar een andere boerderij daar in de buurt wilden vluchten, te begeleiden. Toen dat gebeurd was, kwam ook hij bij ons terug.

We waren dus zo gelukkig, dat we deze verschrikkelijke dag allemaal hadden overleefd en zelfs een dak boven het hoofd hadden. Maar de dag was nog niet om. lees verder...



Terug naar de inhoud