Oorlogstijd 11 - Verhalen en informatie over Westkapelle

Ga naar de inhoud

Oorlogstijd 11

Oorlogstijd

Goed, het hotel was bewoonbaar, maar totaal uitgewoond.
Ook was er geen water. De leiding van Oostkapelle naar Domburg was onderbroken en omdat dat op een plaats was, die overstroomd was, kostte het veel tijd om de schade te herstellen. Tot dan moesten we al het water halen bij een pomp in de duinen en naar onze woning (twee kamers voor zeven personen) dragen.
Het huisraad, dat aan ons werd uitgereikt, was afkomstig van de Duitse bezettingsmacht en werd, omdat alles natuurlijk schaars was, precies per persoon uitgeteld. Dus voor ieder bijvoorbeeld één stoel, één bord, één mes, één vork, één lepel, één mok enz., alles voorzien van het embleem van de Wehrmacht.

Wij hebben daar zo'n anderhalf jaar gewoond. Gezien vanuit het perspectief van nu, waren de omstandigheden zacht gezegd nog steeds buitengewoon eenvoudig, maar, vergeleken met hoe andere mensen het toen hadden, niet zo bijzonder. Daarom zal ik het daar maar niet uitvoerig over hebben.
Mijn broer had zich na korte tijd als vrijwilliger aangemeld voor de bemanning van koopvaardijschepen en was dus lange tijd niet meer bij ons.

Mijn zuster en ik maakten geregeld wandelingen in het bos tussen Domburg en Oostkapelle. Op een keer merkten we op, dat er daar ergens als erfenis van de Wehrmacht verscheidene vrachtauto's stonden. We vertelden het aan mijn vader, die grote belangstelling had om er één van te krijgen. Nu begon een taaie strijd met de instanties, die ik maar niet zal beschrijven. Het liep succesvol af, geholpen door de omstandigheid, dat mijn vader tevoren zijn eigen vrachtauto aan de Duitsers had moeten afstaan, en ook wel doordat hij iemand was met heel weinig ontzag voor de bureaucratie.
Echter, om een nuttig gebruik van de auto te kunnen maken, moest die eerst naar Middelburg.
Dat hield in, dat de auto door twee paarden helemaal over het overstroomde eiland werd gesleept. In Middelburg werd de houtgasgenerator er af gehaald, de benzineschaarste, waar de Duitsers mee te maken hadden, was nu immers voorbij, en werd de auto ontdaan van de uitwerkingen van het zeewater. Gelukkig waren auto's in die tijd nogal eenvoudig en robust.
Mijn vader heeft toen daarmee nog een hele tijd vracht vervoerd, eerst in het Zuiden, later, toen Noord-Nederland was bevrijd, ook daarheen.

Het voorjaar kwam, de Duitsers capituleerden, in de zomer ook de Japanners, de oorlog was voorbij.
Dat hele jaar werd er hard gewerkt om de dijkgaten op Walcheren te sluiten en in oktober was het zover, dat ook het laatste gat dicht was. Nu viel ook het eiland weer geleidelijk droog.
Daardoor waren in Westkapelle een aantal huizen met enige goede wil en na de nodige herstellingen weer bewoonbaar geworden. In één daarvan, dat mijn vader in 1942 had gekocht, zijn wij toen in mei 1946 gaan wonen. Pas jaren daarna, in 1955, konden mijn ouders het huis betrekken, dat ze hadden laten bouwen op de plaats van hun oude huis.

Begin 1946 kwam mijn broer ons opzoeken. Hij kwam uit de Verenigde Staten. Nog steeds zegt hij wel eens, dat wij toen meer aandacht toonden voor de koffers die hij bij zich had, dan voor hemzelf. Ach ja, ook toen bezaten we nog steeds bitter weinig.

Intussen zijn de jaren voorbijgegaan. Sommige dingen van vroeger zijn gebleven of kwamen weer terug. Nieuwe ontwikkelingen dienden zich aan.
De gebeurtenissen van toen lijken nu ver weg. Maar de herinneringen zullen wie het heeft meegemaakt altijd bijblijven.

Terug naar de inhoud